Bibliografie
Links
Ton Naaijkens
1953
Ton Naaijkens (1953) debuteerde als vertaler toen hij in 1977 samen met een vriend gedichten van Erich Arendt (1903-19784) mocht vertalen voor Poetry International. Ze richtten samen een uitgeverijtje op en bleven vertalen. Jan Gielkens werd de vertaler van Günter Grass, Naaijkens richtte zich vooral op Duitstalige poëzie. In zijn proefschrift stond onder meer een hoofdstuk over Paul Celan (1920-1970), wiens poëzie bij uitstek om vertaling vroeg. Eind jaren negentig leidde dat tot de eerste publicaties van diens gedichten, in 2003 uitmondend in diens Verzamelde gedichten (Meulenhoff). In 2020 verscheen een aangescherpte en uitgebreide versie ervan onder de titel Verzameld werk (bij Athenaeum – Polak & Van Gennep).
Zo nu en dan vertaalde Naaijkens proza, begin jaren negentig met een zwaar accent op het werk van Robert Musil (1880-1942). Hij publiceerde bovendien essays en was op het Instituut voor Vertaalwetenschap (Universiteit van Amsterdam) beland waar hij vertaalcolleges gaf en zich verdiepte in alle reflectie over vertalen. Met een aantal verwante geesten richtte hij in 1994 het vertaaltijdschrift Filter op en werd namens het toenmalige letterenfonds bijzonder hoogleraar Theorie en Praktijk van het Literair Vertalen aan de Nijmeegse universiteit (1997-2002). Na een overstap naar Utrecht, waar hij de vertaalopleiding verder ontwikkelde, stond hij aan de basis van het Steunpunt Literair Vertalen. In 2001 werd het omgedoopt in Expertisecentrum Literair Vertalen: daar werden nieuwe vertalers verder werden opgeleid en geprofessionaliseerd. 2001 wad ook het jaar waarin hij benoemd werd tot hoogleraar Duitse literatuur alsmede Vertaalwetenschap aan de Universiteit Utrecht (2001-2019).
Naaijkens zat in de redactie van het tijdschrift voor wereldliteratuur Armada (1995-2016) en het tijdschrift voor internationale literatuur Terras (2013-2018). Aan de Utrechtse universiteit slaagde hij erin een speciale master voor literair vertalen in te richten. Naast wetenschappelijke publicaties bleef hij vertalen, voornamelijk hedendaagse Duitstalige poëzie (werk van o.a. Elke Erb, Ulf Stolterfoht, Durs Grünbein, Marcel Beyer, Ernst Meister, Daniel Falb, Sonja vom Brocke en Dana Ranga).
Belangrijkste vertalingen
Spiegel van de Duitse poëzie van 750 tot heden. Samengesteld samen met Jan Gielkens, vertaling verder samen met Gerrit Jan Berendse en Hans van Megen. Amsterdam: Meulenhoff 1984.
Bertolt Brecht, De Verhalen. Amsterdam: Meulenhoff 1984.
Robert Musil, Het postume werk van een levende. Amsterdam: Meulenhoff 1987.
Robert Musil, Verbintenissen. Amsterdam: Meulenhoff 1990.
Paul Celan, Stretto. Met hout- en linosneden van Marie-Luc Grall. Baarn: Atalanta Pers 1995
De slag om Shelley en andere essays over vertalen. Nijmegen: Vantilt 2002.
Paul Celan, Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff 2003.
Ernst Meister, Alle schepen kenteren. Enschede/Doetinchem: AFdH 2013.
Daniel Falb, Chicxulub Paem – Chicxulub Paëem. Gent: Druksel 2016.
Stefan Zweig, Boekenmendel & De onzichtbare verzameling. Twee verhalen. Enschede/Doetinchem: AFdH 2017.
Ulf Stolterfoht, ‘Dik doen in Dahlem’, in: Filter, tijdschrift over vertalen 26:2 (2019), p. 3-11.
Paul Celan, Verzameld werk. Amsterdam: Athenaeum – Polak & Van Gennep 2020.