Foto: Shody Careman
Bibliografie
"Ik droomde dat je dood was, vriend..."; Bloemenman; Dertien regels Vanitas; Relieken; Breezermeisje; Tekens; Rietveld verft het zwart; Ook met jou; De exhibitieballade; "Ondertussen, elders in de wereld"; Orgelboek; Brandkastkraker; TomTom; Rise & Shine; Schat, het is niet; Morgen koop ik een camera
Links
Ingmar Heytze
1970
Ingmar Heytze (Utrecht, 1970) is dichter, columnist en organisator. Ook treedt hij op met de band Asfaltfeeën. Hij debuteerde in 1989 met de bundel ‘Alleen mijn kat applaudisseert. In 2008 kreeg hij de C.C.S. Croneprijs uit handen van Burgemeester Wolfsen en in 2009 werd hij benoemd tot de eerste stadsdichter van Utrecht. Thans is hij lid van het Utrechts Dichtersgilde. In 2013 won hij de Hugues C. Pernath-prijs voor zijn poëziebundel ‘Ademhalen onder de maan’.
Ingmar Heytze (1970) is geboren en getogen in Utrecht. Al vroeg legde hij een liefde voor het woord voor de dag toen hij als peuter bij de aanblik van een hoge koepel sprak: “Ik heb het zwerk gezien.” Als student Algemene Letteren (nu Taal- en Cultuurstudies geheten) aan de UU ging hij op pad met het collectief De Garagedichters om poëzie te verspreiden op onverwachte plekken, zoals stadsbussen en ongure kroegen. Hij maakte deel uit van de Utrecht Maffia, een bondgenootschap waarvan het bestaan door de leden (waaronder Manon Uphoff en Ronald Giphart) altijd ontkend is. In 1996 richtte hij met onder meer Vrouwkje Tuinman, Tim van der Veer en Vincent Kramer Het Poëziecircus op. Deze organisatie is in 2013 opgegaan in Het Literatuurhuis.
Heytze heeft een zware stempel gedrukt op het literaire klimaat in de Domstad. Mede hierdoor sleepte hij kort na elkaar twee belangrijke Utrechtse eretitels in de wacht; winnaar van de C.C.S. Croneprijs en de eerste Utrechtse stadsdichter. Posities die hij vooral te danken heeft aan een uniek schrijverstalent.
Volgens de jury van de Croneprijs is “Heytze is een dichter voor alle Utrechters en voor de Domstad. Of, zoals hij zelf zegt: ’Utrecht is mijn universum’. (…) Heytzes woorden houwen beelden, bouwen een stad. Meer nog; waar ook ter wereld; in zijn gedichten kun je wonen, in zijn gedichten ben je thuis. Dat maakt deze dichter de meester van het Utrechts Universalisme.”
Heytzes bundel ‘Elders in de wereld’ bereikte de vijfde plaats in de HP Boekentoptien en moest binnen een maand worden herdrukt (eerste druk: 2000, tweede druk: 1500). Verder is er werk van hem te vinden in bijna elke Nederlandse poëziebloemlezing van enige betekenis. Samen met Vrouwkje Tuinman schreef hij het boekje ‘Verdomd interessant, maar gaat u verder’ over de taal van Wim T. Schippers. Heytze en Tuinman stelden ook drie themabloemlezingen samen over seks, drugs en rock ‘n’ roll. Daarnaast schrijft Heytze ook kookboeken, tijdschriftartikelen en elke week een column in het AD.
Heytze trad, solo of met muzikanten, op tijdens festivals en evenementen als Crossing Border (1997), Lowlands (1998, 1999), de Nacht van de Poëzie (1998, 1999, 2003 en 2007), de reprise van Poëzie in Carré (2006), het slotconcert Breaking down the walls in Vredenburg (2007) en bij vele andere gelegenheden.
In 2013 won hij de Hugues C. Pernath-prijs voor zijn poëziebundel ‘Ademhalen onder de maan’.
Hoor eens ik haat je uit ‘Alle goeds’ (2001)
“Hoor eens ik haat je,
ik schreef dat je lief was en licht –
en nog wat onzin over je gezicht
maar nu haat ik je, god wat haat ik je.
Die neus, dat hoofd, die paardenbek,
die ogen en die gierennek
dat kraagje en dat bloemkooloor
met al je slierten haar er voor.
Hoor eens ik wou graag zijn
jou, maar het kon niet zijn,
het licht is uit, ik zie je alsnog
zoals je werkelijk bent.
O ja, ik haat je,
ik haat je zo vreselijk,
ik wou het helemaal niet zeggen –
maar ik moest het even kwijt.”