Bibliografie
Het roosvenster (1927) Sine nomine (1930) Parnassus en Empyreum (1931) Torso (1932) Tuin van Eros (1932) Tuin van Eros en andere gedichten (1934) Tympanon (1936) Bij de bron (1937) Het bezegeld hart (1937) Noodweer (1942) Vrijheid (1945) Philomela (1950) Over Martinus (Maatstaafdeeltje nr. 2) (1953) Koning Oedipus (1955) Twee maal Apollo (1955) Verzamelde gedichten (1960) Verzamelde gedichten (1960) Het Bittermeer en andere gedichten (1969)
Links
40. Jan Engelman
1900-1972
Jan Engelman (Utrecht, 1900 – Amsterdam 1972) was Nederlands dichter, kunst- en literatuurcriticus en journalist. Hij werd geboren op Vismarkt 13, waar zijn vader een vishandel had. Jan Engelman was de oom van C.C.S. Crone.
Engelman begon zijn carrière als journalist bij het Utrechtse dagblad ‘Het Centrum’, waarna hij in 1932 redacteur werd van het dagblad ‘De Tijd’. Tevens verzorgde hij van 1926 tot 1941 de rubriek Kunst en Letteren in het weekblad ‘De Nieuwe Eeuw’. In 1953 werd hij docent esthetiek en moderne kunst in Maastricht.
Op aandringen van zijn vriend Hendrik Marsman publiceerde hij in 1927 de bundel ‘Het roosvenster’. In 1930 volgde de bundel ‘Sine nomine’, waaruit gedichten werden opgenomen in zijn belangrijkste en meest herdrukte bundel ‘Tuin van Eros’ (1932). Voor deze bundel ontving Engelman de poëzieprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.
Engelmans gedichten worden vaak gezien als “poésie pure”: klank, ritme en associatieve verbanden spelen hierin de hoofdrol. Engelman vond zelf echter dat hierdoor de betekenis van zijn poëzie onderschat werd. In 1955 ontving hij de Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre.