Foto: omstreeks 1936, uit: biografie Wim Hazeu
Bibliografie
De zangen van twee twintigers (1925); Afvaart (1931); Eiland der Ziel (1939); Dead end (1940); Osmose (1941); Thebe (1941); Eurydice (1944); Morendo (1944); Sintels (1944); Energie (1946); Existentie (1946); Limiet (1945); Radar (1946); Sphinx (1946); Stof (1946); Doornroosje (1947); En Jezus schreef in 't zand (1947); Hoonte (1949); Sneeuwwitje (1949); Mascotte (1950); Ballade van de gasfitter (1953); Cenotaaf (1953); Ode aan Den Haag (1953); Autodroom (1954); Spel van de wilde jacht (1957); Vergeetboek (1961); Cryptogamen: Deel 4 (1961); Cryptogamen: Deel 1 (1946); Cryptogamen: Deel 2 (1953); Oude cryptogrammen (Afvaart, Morendo, Inertie, Sintels, Radar, Stof, Sphinx) (1951); Cryptogamen: Deel 3 (Eurydice, Limiet, Energie, Existentie, Zestien, Hoonte, Doornroosje, En Jezus schreef in 't zand) (1954); Voorbij de laatste stad (1955)
Links
4. Gerrit Achterberg
1905-1962
Gerrit Achterberg (Nederlangbroek, 1905 – Leusden, 1962) was één van de grootste dichters uit de Nederlandse literatuur. Voor zijn werk ontving hij onder meer de P.C. Hooft-prijs en de Constantijn Huygensprijs.
De carrière van Achterberg kreeg pas duidelijk gestalte nadat Roel Mouwink zich als zijn literaire mentor ontpopte. Zijn bundel ‘Afvaart’ was het eerste resultaat van deze samenwerking. Het thema van deze bundel luidde: Het oproepen van de gestorven geliefde. Na het verschijnen van zijn bundel raakte hij echter in een psychische crisis. Hij werd enkele maanden in het psychiatrisch ziekenhuis opgenomen. Zijn relaties met vrouwen waren moeilijk. Zijn jeugdvriendin had de verloving met Achterberg verbroken, omdat hij, wegens problemen met zijn vader, met zelfmoord dreigde. Zijn omgeving beschouwde hem steeds meer als een introverte zonderling.
Op 15 december 1936 vermoordde Achterberg zijn hospita Roel van Es, waar hij een relatie mee had. Via haar dochter Bep kwam pas enkele jaren later de ware toedracht naar buiten. Achterberg gaf zich aan bij de politie en werd daarna opgesloten in het Huis van Bewaring in de Gansstraat. Hij werd tot tbs veroordeeld en verbleef tot augustus 1943 in verschillende (forensisch) psychiatrische inrichtingen. In 1955 werd de tbs definitief opgeheven.
Tussen 1939 en 1953 bracht Achterberg maar liefst 22 bundels uit. Zijn werk werd onder meer onderscheiden met de P.C. Hooft-prijs en de Constantijn Huygensprijs.
In 1946 trouwde Achterberg met zijn jeugdvriendin Cathrien van Baak, met wie hij zijn laatste jaren doorbracht. In 1962 overleed hij aan een hartaanval.